Menselijk

De menselijke vorming is het fundament van heel de priesterlijke vorming (cf. Pastores dabo vobis, 43). Hier wordt altijd bijzonder aandacht besteed, omdat de priester in zijn pastorale handelen altijd zijn eigen persoon inbrengt (cf. Ratio Neerlandica, 32).
Het leven in de Neokatechumenale gemeenschap (voorbereidingen, vieringen, conviventies) heeft aan de seminaristen geleerd een introspectie te maken en zodoende een goed bewustzijn van zichzelf te bereiken. Daar leren ze ook de zelfkritiek en in nederigheid hun eigen zwakheden te aanvaarden. Dit alles maakt het mogelijk, dat zij de anderen ontvangen zoals ze zijn en eerlijk met hen omgaan. De seminaristen afkomstig van moeilijke of onevenwichtige familiaire toestanden (cf. Pastores dabo vobis, 44) worden door de gemeenschap geholpen om de gebreken, door deze situaties veroorzaakt, te overwinnen.
De geordende omgeving en de esthetiek van het seminarie onderstrepen de waardigheid van de mens als kind van God en helpen de seminaristen om de eigen en de andermans waardigheid te waarderen. Het leven op het seminarie, maakte dankzij de dagelijkse omgang met de vormers, het werk en het samenleven in groepen, die geleid worden door een garant (een meer gevormde seminarist), de regula socii en de discipline de menselijke deugden van de seminaristen rijper. Dit laat hen groeien in gehoorzaamheid en in de geest van dienstbaarheid, het help hen in de strijd tegen de luiheid en het egoïsme en laat hen wennen aan het gemeenschappelijk werk. De praktijk om geen geld te bezitten en het te moeten vragen wanneer het nodig is, voedt hen op om zich te verlaten op de Heer.
Het international karakter van het seminarie, met de verrijking die het samenleven van personen van de verschillende culturen en mentaliteiten met zich mee brengt, laat de seminaristen groeien en bereidt hen voor om als priester te werken in een multiculturele maatschappij zoals de onze.
Mee te doen aan sport maakt het leven mogelijk volgens de uitdrukking mens sana in corpore sano.
In de huidige context wordt steeds moeilijker, maar tegelijkertijd dringender, een gedegen opvoeding over de seksualiteit en over de echtelijke betekenis van het lichaam (cf. Pastores dabo vobis, 44). In de belangrijke onderscheiding over een duidelijke mannelijkheid van de kandidaten tot het priesterschap is de medewerking van de Pastorale Raad zeer kostbaar.

Geestelijk

De geestelijke vorming is een heel belangrijk element van de priesterlijke vorming. Zij is, behalve de aspecten die gemeenschappelijk zijn aan al de gelovigen (kinderlijke relatie met God, diepe communie met Jezus Christus, onderwerping van heel het leven aan de Geest en de vertrouwelijke instemming met de Kerk), opgebouwd volgens de betekenissen en de karakteristieken die uit de identiteit van de priester en van zijn dienstwerk voortkomen (cf. Pastores dabo vobis, 45).
De geestelijke vorming voltrekt zich op dubbel niveau, zowel in de gemeenschappen (seminarie, neokatechumenale gemeenschap, parochie) alsook op het geheel eigen persoonlijke vlak (cf. Ratio Neerlandica, 34).
Er wordt op de eerste plaats het volhardende, dagelijkse gebed voor het leven “in de Geest” bevorderd en verzorgd. De viering van de Getijdenliturgie wordt gemeenschappelijk gedaan bij morgen- en avondgebed, die de scharnieren zijn van een dag, die een danklied moet zijn aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Bron en hoogtepunt (cf. Sacrosanctum concilium, 10; Presbyterorum ordinis, 5) is de dagelijkse Eucharistie, met waardigheid gevierd, in rust en met volle, levendige deelname. Ook wordt meditatie met betrekking tot de Heilige Schrift gehouden (scrutatio). Iedere dag wordt de heilige rozenkrans om een vormingsweg te beleven in volledig vertrouwen op de voorspraak van Maria (Redemptoris Mater III, 2). Tenslotte moet men iedere dag een bepaalde tijd, in de dagorde opgenomen, aan langdurig gebed in eenzaamheid wijden (cf. Leefregel van het RM, 8).
Tijdens de sterke liturgische tijden wordt het geestelijke leven in het seminarie versterkt. Tijdens de eerste week van Advent wordt de slaap onderbroken om de lezingendienst om twee uur ‘s nachts te bidden. Gedurende de Advent en de Veertigdagentijd worden de completen gemeenschappelijk gebeden. Men houdt ook vasten- en onthoudingsdagen tijdens de Veertigdagentijd. Op elke vrijdag van de Veertigdagentijd om drie uur ‘s middags het via crucis gehouden.
De kandidaten vormen zich op bijzondere wijze tot kuisheid, als eerbied voor het lichaam, tempel van de Heilige Geest, en als een liefdesmissie, die ook met het lichaam wordt volbracht, en waarvan ze ook met het lichaam getuigenis afleggen. Zij moeten groeien in armoede, als vreugdevolle overgave aan Gods voorzienigheid beleeft. De geloofsgehoorzaamheid wijst hen aan als ware luisteraars naar het Woord van God, naar het Leergezag van de Kerk, volgzaam aan de Bisschop, die zij als hun Herder eren (cf. ibid., 12).
Iedere maand wordt de geestelijke retraite op de jaarkalender vastgesteld. Tenminste om de drie weken wordt het sacrament van Verzoening gevierd en men maakt herhaaldelijk gebruik van de persoonlijke geestelijke leiding. Wat de geestelijke vorming van de hele gemeenschap betreft, naast de interventies van de rector, houdt ook de geestelijke directeur (spiritual) iedere week een toespraak over het geestelijke leven en gaat hij voor in een Eucharistische viering (cf. ibid., 13).
Jaarlijks worden de geestelijke oefeningen beleefd als een sterke tijd van bekering en vernieuwing (ibid., 14).

Intellectueel

De intellectuele vorming staat in sterk verband met de menselijke en geestelijke vorming. Zij vindt haar specifieke rechtvaardigingsgrondslag in de innerlijke natuur van het gewijde ambt en toont haar noodzakelijkheid tegenover de huidige uitdaging van de nieuwe evangelisatie (cf. Pastores dabo vobis, 51).
Theologische en filosofische studies vormen een wezenlijke bijdrage aan de vorming van de persoon als geheel (cf. Ratio Neerlandica, 35).
De seminaristen studeren, in de eerste twee jaar, Nederlands, Italiaans en verschillende inleidende vakken. Enkele van deze vakken zijn gegeven in de vorm van blokcolleges door bekende docenten uit het buitenland. Daarna volgen ze de colleges aan het Theologische Instituut Sint-Willibrord, geaffilieerd door de Pauselijke Lateraanse Universiteit.
Op het einde van de studies maken de seminaristen het Baccalaureaatsexamen in Theologie om de titel, door de Pauselijke Lateraanse Universiteit gegeven, te behalen.

Pastoraal

De gehele vorming van de kandidaten tot het priesterschap is erop gericht hen te voorbereiden op een specifieke manier om de caritas Christi, Leraar, Priester en Herder te communiceren (cf. Pastores dabo vobis, 57). Zij moeten dus worden voorbereid op het dienstwerk van het Woord. Het geopenbaarde Woord van God steeds beter trachten te begrijpen, het zich in overweging eigen maken, het in woord en gedrag tot uitdrukking brengen. Ze worden op het dienstwerk van de eredienst en de heiliging voorbereid: in gebeden en in de vieringen van de heilige liturgie het heilswerk door het Eucharistisch Offer en de sacramenten ten uitvoer te leggen. Ze worden ook op het dienswerk van herder voorbereid: Christus aan de mensen weten voor te houden, die niet “is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen” (cf Mc 10, 45; Leefregel van RM, 3.9).
Gedurende de priesteropleiding worden verschillende stages gehouden. Deze vinden plaats tijdens het studiejaar. In de loop van de opleiding komen de volgende stageterreinen aan de orde: jeugd- en jongerenwerk, katechese geven, kennismakingen met het pastorale werk in parochies en instellingen en dergelijke.
De periode van de itinerante evangelisatie is een fundamentele element van de pastorale vorming, die minimaal twee jaar duurt. Tijdens deze periode werken de seminaristen met een itinerante-team van de Neokatechumenale Weg (op landelijk of regionale niveau) of met een priester in missie. De vruchten voor de menselijke en pastorale groei van deze ervaring zijn heel belangrijk ( cf. Leefregel van RM, 6; Postquam Apostoli, 4; Ad gentes 38).
Na de studie vindt een pastoraal jaar plaats, dat in een parochie wordt doorgebracht en waarin enige praktische cursussen worden gevolgd.
“De kandidaten van het Grootseminarie Redemptoris Mater worden gesteund door het stimulerend getuigenis van concrete familiegroepen die, alles prijsgegeven, zich ter beschikking hebben gesteld om naar de meest geseculariseerde gebieden gezonden te worden om er, door eigen aanwezigheid en getuigenis, christelijke gemeenschappen te stichten en, als het God behaagt, zelfs nieuwe parochies” (Leefregel van RM, 6).